Projectvoorstel
Als Stichting Le Roy willen we graag een zelfstandig functionerend eetbaar bos aanleggen als bij syntropische agroforestry. Om het bestaande bos en de aanliggende fruittuin te verbeteren, gaan we een aantal aanpassingen en toevoegingen realiseren. Globaal zijn er vijf doelen.
1: Bestaande vruchtbomen versterken door een zogenaamde gilde rond de boom te bouwen van ondersteunende soorten. De planten binnen een gilde vervullen met elkaar vijf functies voor een zelfvoorzienend systeem, en maken gebruik van zeven verticale bouwlagen om efficiënt van de ruimte gebruik te kunnen maken. In de tabel staan voorbeelden van planten die een bepaalde functie (groen) hebben in een bepaalde bouwlaag (geel). We werken in het gebied met sterke inheemse soorten die het uit zichzelf goed doen en ondersteunend zijn voor de plaatselijke fauna.
Diepwortelend Stikstofbinder Bevruchter Afleider Productie
Boom Judasboom Wilg Lijsterbes Kastanje
Boompje Duindoorn Vlier Vogelkers Pruim
Struik Hibiscus Erwtenstruik Forsythia Rozemarijn Kruisbei
Kruid Artisjok Smeerwortel Kamille Goudsbloem Tijm
Kruiper Bospinda Hondsdraf Munt Aardbei
Wortel Paardenbloem Lupine Bieslook Knoflook Pastinaak
Klimmer Smilax Stokboon Hop Kamperfoelie Druif
Een voorbeeld: In het gebied staan al pruimenbomen. Om die te versterken, planten we goede buren als kruisbes, zwarte bes en aardbei. Daar komt dan een passende stikstofbinder, bevruchter en afleider bij. Zo vergroten we de plantdichtheid, bedekken we de bodem en maximaliseren we tegelijkertijd fotosynthese.
2: Voedselproductie voor zowel mens als dier diversifiëren door naast de bestaande soorten een grotere variatie aan fruit- en notenbomen aan te planten. Doordat het gebied aan de rand van de stad zit, is het zeer toegankelijk en potentieel aantrekkelijk voor grotere wilde dieren zoals reeën. Deze dieren, evenals vele vogels, willen wij graag verwelkomen. Ook voor bestuivende insecten is het bos een veilige plek om voedsel te kunnen verzamelen. De aanplant gaat hopelijk de populatie in onze bijenheuvel helpen. Het gaat dan om de hoofdsoorten walnoot, kornoelje, krent, duindoorn en beuk. Deze hoofdsoorten planten we wederom aan in een gilde met bijpassende onderbegroeiing. Daarbij houden we rekening met voldoende afstand tot bomen die elkaar niet tolereren.
Bomen als hazelaar, kastanje, meidoorn, eik, appel, linde en wilg zijn in de nabije gebieden al rijkelijk aanwezig, daarom concentreren we op schaarse soorten.
3: De onderbegroeiing in het bos verbeteren. Er zijn erg droge donkere gebieden bij waar teveel hoge bomen bij elkaar staan. Deze hoge bomen gaan we polarderen tot ca. 6 meter lang. Het gaat om uit de kluiten gegroeide wilgen en een aantal opgeschoten eiken. Door het bladerdak te openen, kan zonlicht doordringen tot de onderlaag, waardoor een gezonder ecosysteem ontstaat. De sterke bomen zullen weer uitlopen en opnieuw nectar en vrucht geven. De zwakkere oude bomen gaan dienen als neststam voor spechten en uilen. Het organisch snoeimateriaal zal dienen als substraat om eetbare paddestoelen op te kweken.
4: Waterhuishouding verbeteren door het aanleggen van zeer ondiepe miniponden, zogenaamde wadi’s. Op tien plekken in het bos en in de fruittuin willen we kleine wateropvangsystemen ontwikkelen waarin bijpassende vegetatie een stabiel systeem vormt. Met deze wadi’s voegen we een extra bouwlaag toe aan het geheel, namelijk aquatische planten. De bestaande maar helaas niet florerende salamandervijver gaat baat hebben bij de natte microklimaten die als brug kunnen fungeren tussen ecologische zones.
5: We willen een uniek aangezicht creeëren in de geest van Louis le Roy. Daarom zullen we in de fruittuin langs de noordrand een windbarrière aanleggen in de vorm van bogen zodat het geheel vanaf het fietspad oogt als een organische kathedraal. Deze ‘ruiten’ dienen als pergola voor klimmend fruit zoals druiven en wijnbessen.